Meppel faciliteerde roof en verkoop Joods vastgoed
De gemeente Meppel heeft tijdens en na de Tweede Wereldoorlog de roof en verkoop van Joodse panden gefaciliteerd. Dat blijkt uit onderzoek van het Drents Archief. Net als de meeste gemeenten speelde Meppel geen rol bij het rechtsherstel van eigendommen van Joodse inwoners en zijn er geen aanwijzingen te vinden van steun voor Joodse inwoners in het bijzonder. Uit het onderzoek blijkt dat de gemeente zelf geen Joodse panden heeft aangekocht.
D66 in de gemeenteraad vroeg in 2020 om een onderzoek naar de rol van de gemeente bij de verkoop van Joods vastgoed tijdens de Duitse bezetting. Dat gebeurde nadat het programma Pointer van KRO-NCRV een nieuwe digitale kaart had gepubliceerd waarin de roof van Joods vastgoed werd getoond.
‘Joodse huizen verkocht tegen vriendenprijsjes’
Ook in Meppel zouden veel Joodse huizen zijn verkocht tegen vriendenprijsjes, stelde fractievoorzitter Jeannet Bos destijds. “In de administratie van deze woninghandel staat gedetailleerd beschreven hoe meer dan 7000 panden in handen kwamen van meestal louche ondernemers en vastgoedhandelaren.”
Dat blijkt inderdaad het geval. Volgens het Drents Archief zijn tijdens de bezetting 73 van de 154 percelen die in Joods bezit waren door de bezetter geroofd en gedwongen verkocht. Hoewel de gemeente zelf niet betrokken was bij de gedwongen verkoop, heeft de gemeente dit wel gefaciliteerd. Zo is informatie aan de bezetter aangeleverd als daar om werd gevraagd of werd er toegezien op de uitvoering van verordeningen van de bezetter.
Onderzoek laat zien dat er geen aanwijzingen zijn te vinden dat er vanuit de gemeente getracht is de doorgang van anti-Joodse bezitsverordeningen en anti-Joodse maatregelen in het algemeen te verhinderen.
Meeste geroofde percelen terug naar de oorspronkelijke eigenaar
Om de rechtsverhoudingen te herstellen van de roof en gedwongen verkoop werd na de oorlog een aparte instantie opgericht. Hier hadden lokale gemeenten geen invloed op. Van alle 73 in Meppel tijdens de oorlog verkochte percelen van Joodse eigenaren zijn uiteindelijk 69 via rechtsherstel aan de oorspronkelijke eigenaar of erfgena(a)m(en) teruggegeven.
Tijdens de oorlog is de Joodse gemeenschap in Meppel zo goed als uitgeroeid. Slechts tientallen overleefden de oorlog. Na de bevrijding bevonden Joden in Nederland zich in een maatschappelijk kwetsbare positie. Zij kregen weinig begrip vanuit de samenleving en weinig aandacht vanuit de overheid. In Meppel was dit niet anders. De gemeente overtrad geen regels en zette zich in voor de wederopbouw van Meppel, maar tegelijkertijd zijn er geen aanwijzingen te vinden van steun voor de Joodse inwoners in het bijzonder.
‘Gevoelloze overheid’
“Vanuit de situatie waarin wij nu leven is het ongepast hoe er destijds vanuit onze gemeente met mensen is omgegaan. Ik kijk terug op een gevoelloze overheid”, laat burgemeester Richard Korteland in een reactie weten. “Dit onderzoek geeft ons duidelijkheid over het handelen van de gemeente van destijds. Het laat zien dat de gemeente de bezetter niet proactief heeft geholpen en er is geen bewijs dat de gemeente boetes of naheffingen (die buiten de Herstelwet vielen) heeft opgelegd aan Joodse huiseigenaren, erfgenamen of bewindvoerders.”
“Het onderzoek laat echter ook zien dat Meppel de bezetter wel heeft gefaciliteerd door opgevraagde informatie te leveren of verordeningen uit te voeren”, vervolgt de burgemeester. “Het is belangrijk dat wij de uitkomsten van het onderzoek meenemen in onze herdenkingen.” Het rapport gaat ook gebruikt worden op scholen om kinderen te laten leren over het verleden.
RTV Meppel/ Foto Oud Meppel