Belangrijke vragen om te stellen bij het afsluiten van een AOV-verzekering

Ondernemers in Meppel zijn weliswaar niet verplicht om een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af te sluiten, maar toch kiezen veel bedrijven hier wel voor. Ben je momenteel nog niet verzekerd voor arbeidsongeschiktheid, maar wil je deze verzekering wel afsluiten? Lees dan vooral verder. Hieronder staan namelijk vier belangrijke vragen om te stellen bij het afsluiten van een AOV-verzekering op een rijtje.

1. Wat is er wel en niet verzekerd?
Voordat je een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluit, wil je uiteraard eerst weten waar je wel en niet voor verzekerd bent.  Om te beginnen dekt deze verzekering arbeidsongeschiktheid door zowel lichamelijke als psychische klachten. Je bent niet alleen verzekerd voor ongevallen tijdens het werk, maar ook thuis, tijdens het sporten en op vakantie. Je hebt bovendien recht op persoonlijke begeleiding bij arbeidsongeschiktheid, krijgt een uitkering bij zwangerschap en kunt gebruik maken van preventiediensten die je helpen om arbeidsongeschiktheid te voorkomen. Je bent niet verzekerd als je klachten niet medisch vastgesteld kunnen worden door een arts, je minder dan 25 procent arbeidsongeschikt bent of je een verzekeraar misleidt of dit probeert te doen.

2. Welk bedrag wil ik verzekeren?
Bij het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering kom je voor een aantal keuzes te staan. Zo moet je bijvoorbeeld een verzekerd bedrag kiezen. Kies niet lukraak een bedrag uit, maar denk hier goed over na. Dit bedrag dient namelijk als uitgangspunt bij arbeidsongeschiktheid. Bereken daarom eerst voor jezelf hoeveel je minimaal nodig hebt per maand om rond te kunnen komen. Dit kun je vervolgen als verzekerd bedrag aanhouden. Als je inkomen het toelaat, kun je ook een iets hoger bedrag verzekeren. Je hoeft dan niet op een houtje te bijten als je arbeidsongeschikt raakt.

3. Wat wordt er bedoeld met wachttijd?
Naast een verzekerd bedrag moet je ook een wachttijd kiezen als je een AOV afsluit. Vaak kun je kiezen uit 1, 2, 3, 6, 12 of 24 maanden. Om een weloverwogen keuze te kunnen maken, moet je eerst weten wat er bedoeld wordt met wachttijd. In principe is dit niets meer dan de tijd die je moet wachten voordat je recht hebt op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Kies je voor een wachttijd van twee maanden? Dan ontvang je de eerste uitkering pas nadat je twee maanden arbeidsongeschikt bent. Bedenk daarom voor jezelf hoelang je het zonder inkomsten kunt stellen en bepaal aan de hand hiervan wat in jouw situatie de beste wachttijd is.

4. Is personeel standaard meeverzekerd?
Heb je personeel in dienst? Dan wil je uiteraard ook weten of zij standaard meeverzekerd zijn als je een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluit. Dit is niet het geval, want deze verzekering is alleen bedoeld voor jezelf. Sluit daarom ook een verzuimverzekering af. Je verzekeraar betaalt dan maximaal twee jaar het loon door van een zieke werknemer. Je kunt deze verzekering eventueel aanvullen met een WIA verzekering, zodat het loon van werknemers aangevuld wordt als zij na twee jaar nog steeds arbeidsongeschikt zijn.

Het kan voorkomen dat een werknemer na twee jaar ziekte gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt verklaard. Zo’n iemand komt dan in de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) terecht. Als werkgever ben je hier verantwoordelijk voor. Bovendien moet je de eerste tien jaar verplicht een WGA-uitkering betalen. Je kunt je hiertegen verzekeren door een eigenrisicodrager WGA verzekering af te sluiten. De WGA-uitkering die je als werkgever aan je werknemer moet betalen, wordt dan vergoed door je verzekeraar.